Vertalingen beat up EN>NL
to beat up | aframmelen (ww.) ; afranselen (ww.) ; afrossen (ww.) ; aftuigen (ww.) ; billekoek geven (ww.) ; een pak slaag geven (ww.) ; iemand toetakelen (ww.) ; in elkaar slaan (ww.) ; in elkaar timmeren (ww.) ; klutsen (ww.) ; mishandelen (ww.) ; molesteren (ww.) ; pijnigen (ww.) ; toetakelen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `beat up`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: lash